Overzicht nagelafwijkingen
Anonychia en micronychia (ontbrekende of te kleine nagels)
Micronychia is de term voor te kleine nagels. Dit kan vanaf de geboorte aanwezig zijn (congenitaal), bijvoorbeeld bij het Ellis van Creveld syndroom, of op latere leeftijd ontstaan (verkregen, acquired), bijvoorbeeld bij de ziekte van Raynaud en bij sclerodermie. Ook de term hyponychia (onvolgroeide nagels) wordt gebruikt voor vanaf de geboorte te klein aangelegde nagels. Zie verder onder micronychia.
Macronychia en brachyonychia (te grote en/of te brede nagels)
Macronychia is de term voor nagels die te groot zijn en/of te breed. Te grote nagels komen congenitaal voor, als geïsoleerd symptoom, of bij macrodactylie (vinger hypertrofie), bijvoorbeeld bij het Proteus syndroom.
Brachyonychia is de term voor nagels die te kort zijn of te breed, de breedte is korter is dan de lengte. Brachyonychia komt aangeboren voor, meestal aan beide duimen en wordt dan racquet nails genoemd of nail en raquette, of racquet thumb. Brachyonychia komt ook verworven voor, de belangrijkste oorzaak is nagelbijten.Ook bij ectodermale dysplasie komen korte nagels voor.
Bij ectodermale dysplasie kunnen de nagels dun zijn, langzaam groeien, en niet reiken tot de vingertop. Ectodermale dysplasie is een syndromengroep gekenmerkt door afwijkingen aan de nagels, haren en de tanden (en andere ectodermale structuren). Zie verder onder ectodermale dysplasie.
Polydactylie (meer dan 5 vingers of tenen)
Polydactylie kan partieel zijn, alleen het distale kootje kan geheel of gedeeltelijk gespleten zijn, in dat geval is er een dubbele nagel of een brede nagel.
Afwijkingen aan de lunula (maantje)
Het ontbreken van de lunula komt voor bij chronische nierinsufficiëntie, hemodialysepatiënten, niertransplantatie patiënten, leverafwijkingen, alopecia areata, hypothyreoidie.
Een rode lunula kan voorkomen bij SLE, reumatoide artritis, mixed connective tissue disease en andere autoimmuunziekten. Ook bij alopecia areata en lichen planus. Andere aandoeningen waarbij het is beschreven zijn levercirrose, hartfalen, COPD, lymphogranuloma venereum, urticaria, psoriasis, koolmonoxide vergiftiging, reticulosarcoma. Zie verder onder rode lunula.
Blauwe lunula of blauwe nagels kunnen voorkomen bij argyria (zilverstapeling, gehele nagel) en bij de ziekte van Wilson (hepatolenticular degeneration, vooral de lunula) en in zeldzame syndromen zoals hemoglobine M disease en hereditaire acrolabiale teleangiëctasieën. Ook geneesmiddelen zoals minocycline, amiodarone, phenothiazinen, en antimalaria middelen kunnen de nagel blauw verkleuren. En bij ischemie (meestal is dan de hele vinger blauw).
Een driehoekige lunula is pathognomonisch voor het nail-patella syndroom. Andere nagelafwijkingen bij het nail-patella syndroom zijn dystrofische nagels (hyperkeratotisch, brokkelig, broos, gebarsten, met putjes, misvormd), gespleten (onychoschizis), onderontwikkelde (hyponychia) of geheel afwezige (anonychia) nagels, longitudinale groeven (longitudinal ridging), en een driehoekige lunula (lunula triangularis). Zie verder onder nail-patella syndroom.
Verdikking van de nagelplaat (dikke nagels) bij congenitale afwijkingen
Bij pachyonychia congenita zijn alle nagels hyperkeratotisch en ook dystrofisch. Het is een genetische aandoening veroorzaakt door keratine mutaties. De voetzolen zijn ook aangedaan (palmoplantaire keratoderma) en er kunnen witte plaques (leukoplakie) op de tong aanwezig zijn. Zie verder onder pachyonychia congenita.
Verdikking van de nagelplaat (dikke nagels) bij verkregen afwijkingen
Bij onychogryphosis zijn de nagels te lang en totaal krom uitgegroeid, soms in krullen. De nagels zijn ook te dik (hyperkeratotisch) en niet meer te knippen daardoor. Zie verder onder onychogryphosis.
Een onychomatricoma is een goedaardige zeldzame tumor uitgaande van de nagelmatrix. De nagel is verdikt, sterk gebogen, gekromd (overcurvatuur), en witgeel tot bruin verkleurd, met longitudinale groeven en splinterbloedingen. Het uiteinde van de nagel is verdikt en er zitten kleine gaatjes in. Histologisch gaat het om een fibroepitheliale tumor ('filamentous tufted tumor' van de nagelmatrix). Vanwege de zeldzaamheid wordt deze diagnose vaak niet gesteld en wordt tevergeefs behandeld als nagelmycose. Zie verder onder onychomatricoma.
Onychauxis of onychoauxis is de term voor een verdikte nagel, zonder onderliggende afwijkingen zoals bijvoorbeeld onychomycose. Op oudere leeftijd wordt de nagel vaak dikker, soms te dik om nog te knippen.
Verdikking van de nagelplaat (dikke nagels) secundair aan inflammatoire huidziekten
Onychokeratose betekent hyperkeratose (verdikking) van de nagel. Hyperkeratose van de nagel kan geïsoleerd voorkomen, op oudere leeftijd, bij vaatafwijkingen, of secundair aan onychomycose of inflammatoire nagelafwijkingen.
Bij psoriasis nagels (psoriasis unguium) kunnen meerdere afwijkingen aanwezig zijn, zoals subunguale hyperkeratose, putjesnagels (onychia punctata), onychodystrofie, distale onycholysis, onychomadesis, pustulosis, bruine verkleuring. Zie verder onder psoriasis unguium.
Nagel afwijkingen bij pityriasis rubra pilaris kunnen zijn verdikking van de nagel (subunguale hyperkeratose) en distale loslating (distale onycholyse). Dezelfde verschijnselen kunnen ook worden gezien bij psoriasis unguium.
Bij lichen planus kan ook hyperkeratose optreden. Zie verder onder nagelafwijkingen bij lichen planus.
Bij een chronisch handeczeem gaan de nagels na verloop van tijd meedoen, meestal ontstaat hyperkeratose en een onregelmatig oppervlak met transversale groeven.
Bij onychomycose is er meestal een dystrofische en hyperkeratotische nagel. Zie verder onder onychomycose.
Verdunning van de nagelplaat (dunne nagels)
Bij lichen planus kan de nagel dun worden, vooral aan het distale einde, en daar splijten, zowel transversaal als in de lengte richting. De nagelmatrix is ontstoken en dat geeft een bolling van het proximale gedeelte van de nagel. De huid kan proximaal gaan meegroeien met de nagel (pterygium). Zie verder onder nagelafwijkingen bij lichen planus.
Zeldzaam, kan de enige manifestatie zijn van systemische amyloidose.
Nagelfragiliteit (kwetsbare nagels) komt vooral voor op oudere leeftijd. Zie ook onder onychorrhexis.
Continue blootstelling aan trauma (slijtage) is ook een mogelijke oorzaak van een dunne nagels
Atrofische nagels (atrophia unguium, onycho-atrophia, atrophic nails)
Atrophia unguium (onycho-atrophia, onychotrophia, atrophic nail, ontontwikkelde of misvormde nagel) is een niet specifieke overkoepelende term voor smalle, kleine of misvormde nagels. Diverse oorzaken, zoals arterieel vaatlijden, thromboangiïtis obliterans, Raynaud fenomeen, hyperthyreoïdie, cachexie, neurologische afwijkingen, lichen planus, Netherton syndroom, epidermolysis bullosa, incontinentia pigmenti, m. Darier, infecties (lepra), medicatie (Neotigason, Roaccutane).
Vormveranderingen (bolle, holle en kromme nagels)
Bij trommelstokvingers zijn de nagels bolvormig, de hele eindkootjes zijn verdikt. Het is geassocieerd met een aantal interne aandoeningen, vooral hart en longafwijkingen die gepaard gaan met chronische ischemie. Het kan vanaf de geboorte aanwezig zijn of verworven. Het komt ook voor bij pachydermoperiostosis. Zie verder onder trommelstokvingers.
Bij koilonychia zijn de nagels hol, concaaf. Een holle vorm van een of enkele nagels kan een teken zijn van hypochrome anemie (ijzergebreks-anemie), of ijzertekort, o.a bij het Plummer-Vinson syndroom. Het kan ook ontstaan door chronische beroepsmatige blootstelling aan zepen, oliën en oplosmiddelen. Bij kinderen komt het voor als fysiologisch verschijnsel zonder betekenis. De nagel is niet alleen hol, maar vaak ook te dun en met een ruw oppervlak. Zie verder onder koilonychia.
Pincer nails zijn in de lengte richting te sterk gebogen nagels die aan het distale einde smal zijn en het nagelbed als een pincet of tangetje omvatten. De scherpe randen groeien in het vlees en dit veroorzaakt pijnklachten. Het proximale deel is vaak te breed. Het komt meestal voor op oudere leeftijd en bij artrose. Zie verder onder pincernails.
Anonychia is de term voor het totaal ontbreken van de nagels. Dit kan vanaf de geboorte aanwezig zijn (congenitaal), bijvoorbeeld bij epidermolysis bullosa, of op latere leeftijd ontstaan (verkregen, acquired), bijvoorbeeld door psoriasis van het Hallopeau type. Zie verder onder anonychia.
Bron: www.nvdv.nl
Glashaven 14-G, 3011 XH Rotterdam | T 010 23 321 53 | E info@derma-rijnmond.nl
Woordbouwerplein 1, 3224 XL Hellevoetsluis
Cookies | Privacy | Disclaimer